Een weelderige
bloementuin

BESPIEGELING
tekst: Wieteke van der Ven, tutor

Kent u de biologieplaten nog van vroeger? De ontwikkeling van een bloembol. Verschillende stadia van de bloem staan uitgetekend: van bol, tot kiem, tot bloem. Ik zag een gelijkenis met de studenten. En wie weet denkt u straks bij alle bloemenpracht ook als vanzelf aan de vele EH-studenten.

4 minuten leestijd

Op dit moment zie je ze overal. Bloemen. De bermen staan er de afgelopen weken vol mee. Eerst de narcissen, dan de krokussen en als de zomer straks begint de klaprozen en andere bij-vriendelijke bloemen. Maar voordat ze tot bloei komen, is er een heel proces doorlopen. Als je zelf bloemen in de tuin hebt, dan weet je misschien hoe zo’n cyclus verloopt. Zo niet, hierbij een korte natuurles: aan het einde van de zomer – maar in ieder geval voor de eerste nachtvorst – plant je de bloemenbollen op de juiste plaats in de grond. Na de winter, waarin er niets lijkt te gebeuren daar onder de grond, komen de eerste sprietjes groen boven de grond. Stevig en sterk. Bestand tegen de soms nog koude nachten. En dan groeit zo’n sprietje, de een wat sneller dan de ander, uit tot een sterke steel met groene bladeren. Met in het topje een knopje. Als er nu plots nog een nachtvorst overheen komt, dan zou dat de minder sterke bloemen zomaar schade kunnen toebrengen. Maar als de warme zon doorbreekt, dan barsten die knoppen open en komt de ene na de andere bloem tot bloei.

En dat is nu precies wat ik als tutor zie gebeuren bij de studenten. Die eerste maanden lijkt er soms nog niet zo heel veel te gebeuren. De colleges en de literatuur zijn als water en zonlicht, met iedere keer een nieuwe kans op groei. De hoeveelheid opgedane kennis wordt door sommigen als veel ervaren, waardoor ze tegen de kerstvakantie met volle hoofden de laatste colleges bijwonen en verzuchten: ‘Ik ben écht zo moe!’ De bloembollen lijken te verdrinken in de overvloed aan water.

Bemesting

Vlak na de kerstvakantie hebben we met alle EH-Basisjaarstudenten een bezinningsweek gehad in een voormalig klooster. En toen zagen we wat gebeuren. Er werden meerdere groene sprietjes zichtbaar boven de grond. De groei, die ondergronds had plaatsgevonden in de afgelopen maanden, werd zichtbaar. De dagen van bezinning – of meer nog: God zelf – waren als water en zonlicht voor de studenten. En sommigen groeiden er goed op. Maar net als bij de bloemen in de berm gaan niet alle bloemen gelijk op.

De EH-Trajectstudenten namen twee weken later hun intrek in het klooster. Waar zij vroegtijdig uit de grond getrokken zijn bij hun vooropleiding of gewacht hebben om aangeplant te worden, is dit een nieuw begin: tijdens deze startweek zijn zij aangeplant in de EH-grond. Laten we bidden dat dit voor hen vruchtbare grond zal zijn. Zij krijgen de nodige bemesting om in de kortere periode waarin zij op de Evangelische Hogeschool aanwezig zijn, samen met de Basisjaarstudenten, tot een weelderige bloementuin te worden.

Goede grond

Zie, ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?
Jesaja 43:19

Bij sommige studenten vraag je je af wat er in hun binnenste afspeelt, op het eerste gezicht lijkt er weinig te gebeuren. Dan kun je je als tutor soms wat zorgen maken; gaat het wel goed met die student, heb ik voldoende in de gaten wat deze student nodig heeft om tot groei te komen? Maar ik weet ook dat studenten je versteld kunnen laten staan. Dat vanuit het niets het groen kan opkomen en voor je het weet een knop zichtbaar wordt. Dan kun je niets anders dan je verwonderen over Gods werk in hen. Niet direct voor het menselijk oog zichtbaar.

Ikzelf was eens zo’n bloembol in de vruchtbare grond van de Evangelische Hogeschool. Op school was het vooral heel gezellig met mijn medestudenten. Ik volgde de colleges met volle aandacht, maar wellicht dat het voor sommige docenten een uitdaging was om mij erbij te hebben. Want hoewel ik alle kennis gretig opnam, was ik wel snel afgeleid door wat er om mij heen gebeurde. Dus, of voor hun oog zichtbaar was wat er bij mij van binnen gebeurde… Ik betwijfel het. Voordat ik kon ontkiemen, was het nodig om tot herstel te komen, om God de ruimte te geven om in mij aan het werk te gaan. Inmiddels zijn we jaren verder en kan ik zeggen dat de grond waarin ik als EH-student tot bloei mocht komen, goede grond is. Met God als Hovenier. En waar tutoren en docenten slechts een werktuig zijn in Zijn handen.

Vol verwondering en afwachting houd ik mijn ogen op de studenten deze maanden. Om te genieten van het ontkiemen en de bloemenpracht wanneer een student zijn of haar knop openklapt en tot bloei komt. “Zie, Ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?” (Jesaja 43:19). Bloembollen haal je uit de grond wanneer ze uitgebloeid zijn, wanneer het bladgroen is afgestorven. Zodat je ze vervolgens op de juiste tijd weer opnieuw in de grond kunt stoppen voor de volgende cyclus van groei. Zo vraag ik u te bidden voor onze studenten. Dat zij mogen gaan ontdekken waar zij, wanneer zij uit onze EH-grond worden gerooid, opnieuw aangeplant mogen worden.

Wieteke van der Ven
Wieteke van der Ven
is tutor op de EH.