Hoe sluiten we aan bij de behoeften van Generatie Z?
Wat hebben jongeren in deze tijd nodig en hoe probeert de EH daarop in te spelen?
Een van de eerste colleges in dit schooljaar: studenten kijken wat afwachtend naar elkaar en de stelling die via de beamer geprojecteerd wordt: ‘Ik doe de EH voor míjn ontwikkeling’. Mee eens? Veel vingers gaan omhoog, maar ook een beetje aarzelend, want zo geformuleerd staat het misschien toch een beetje ‘ikkig’ om het met de stelling eens te zijn?
‘Ikkigheid’ zit sterk verankerd in onze samenleving, onder ouderen en jongeren. ‘Niemand heeft iets te zeggen over wat ik moet vinden. Dat zoek ik zelf wel uit!’ zit diep in onze genen. Dat klinkt vrij en blij, maar heeft ook een keerzijde voor veel jongeren: ‘Ik moet er toe doen en het op mijn manier maken, maar ik moet dat dus ook helemaal alleen uitzoeken…’ Keuzes worden daardoor stressvol. (Stel dat ik verkeerd kies! En hoe maak ik ooit een goede keuze?) Het liefste ga je ze dan ook zo lang mogelijk uit de weg. Vrijblijvendheid – zo lang mogelijk een achterdeurtje open houden – is voor veel jongeren herkenbaar. Romantische relaties blijven vaak bewust vaag. Onder jongeren is het niet ongebruikelijk om friends with benefits-relaties of situationships te hebben: relatievormen waar de grenzen en verantwoordelijkheden tegenover elkaar bewust vaag gehouden worden. Je verbinden aan een kerk doe je zolang je daar (nog) een goed gevoel bij hebt. Een studie doe je alleen zolang die leuk is. En ja ‘je gevoel’ is veruit het belangrijkste kompas van deze tijd, of het nu gaat om keuzes, relaties, geloofsvragen of zelfs om vragen rond gender en je identiteit. Veel jongeren missen vaste bakens om hun koers op te bepalen. Zij varen op hun gevoel, maar dat wijst hen per definitie een zigzaggende koers. Zij willen heel graag een betekenisvol leven leiden, maar weten niet hoe ze dat aan moeten pakken. Want wat staat nog vast en hoe bepaal je wat goed is?
Op de EH proberen we jongeren te helpen om in deze verwarrende wereld hun eigen koers te gaan. Of beter gezegd: we wijzen hen op het grote plan dat God met deze wereld heeft en proberen hen te helpen om uit te vinden hoe zij met hun gaven in dat grote plan mogen invoegen. Daarom besteden we veel aandacht aan persoonlijke ontwikkeling: Wie ben ik? Welke kwaliteiten heb ik gekregen? Wat zijn mijn valkuilen en hoe ga ik daarmee om? Hoe gedraag ik mij in groepen? Enzovoort. Ook trainen we studenten in het geven en ontvangen van eerlijke feedback. Maar die persoonlijke ontwikkeling is geen doel op zichzelf, want wij zijn er diep van overtuigd dat wij als mens tot onze bestemming komen als wij gericht zijn op God en de ander. We merken dat studenten hoop krijgen en enthousiast worden wanneer zij beseffen dat er een hoger doel is dan alleen hun eigen leven. Dat hun leven écht zin heeft wanneer tot hen doordringt dat God hen wil inzetten in Zíjn plan met deze wereld. Dat besef geeft richting voor het maken van een studiekeuze. Het geeft ontspanning, omdat het redden van deze wereld niet van ons afhangt, maar van God. Maar het geeft ook motivatie, omdat wij als navolgers van de Here Jezus mogen bijdragen aan hoe God deze wereld bedoeld heeft.
Dat klinkt groots en meeslepend, maar is heel down to earth en ‘klein’. Het begint met vragen als: hoe kan ik van betekenis zijn voor de mensen in mijn directe omgeving? Daarmee oefenen we dan ook. Door studenten praktische hulp te laten geven aan mensen in de buurt. Door hen met onderdelen van het EH programma een Maatschappelijke Diensttijd te laten vervullen waarmee zij zich positief inzetten voor de maatschappij. En daarmee oefenen ze ook in een tutorgroep: een groep van ongeveer 12 studenten die nauw met elkaar optrekken, die samen werken en die we stimuleren om zich echt aan elkaar verbinden, niet op grond van een gevoel dat ook zo weer weg kan zijn, maar op grond van een keuze om er voor elkaar te zijn. Ook als het soms knettert en je je aan medestudenten irriteert. Ook als het niet altijd leuk voor jou is.
We willen studenten een stevige geloofsbasis geven en een Bijbels kader om over vragen na te denken die in onze maatschappij op hen afkomen. Kennis over wat God in de Bijbel zegt is daarbij belangrijk (en we merken dat die kennis nog weleens ontbreekt), en ook het zelfstandig lezen van de Bijbel en de toepassing in het eigen leven. Op de EH gaat de Bijbel dan ook veel open en proberen tutoren en docenten voor te leven hoe je de Bijbel bij je leven betrekt.
Dat voordoen is belangrijk, geloven we. Jongeren hebben behoefte aan voorbeelden. Aan het kunnen afkijken hoe leven met God in de praktijk werkt. Hoe doe ik dat? is een van hun belangrijkste vragen. Als ik God wil betrekken bij hoe ik omga met geld, relaties, shoppen, social media (of welk ander onderwerp ook maar), hoe doe ik dat dan? Tutoren hebben bij ons dan ook een centrale plek. Niet alleen in het begeleiden van studenten en een tutorgroep, maar ook in het laten zien hoe je met vragen omgaat en met twijfels. Elke vraag kan dan ook aan de orde komen in tutoruren en gesprekken en tutoren doen dat niet alleen in de rol van ‘de leraar’, maar zij laten zich daarbij ook in hun hart kijken.
Om aan te sluiten bij de jongeren van nu schaven we continu aan het onderwijsprogramma. Jongeren leven in een snelle wereld van social media en internet. Op schooldagen proberen we hen daar uit te laten stappen door van negen tot vijf ‘mobielloos’ te leven. Maar we merken ook dat de spanningsboog van jongeren korter is dan vroeger, mede door die media. Daar spelen we in ons onderwijs op in door een afwisselend programma, met veel verschillende verwerkingsvormen en ruimte voor uitdaging. Van intellectueel prikkelende colleges en discussies tot schilder- en presenteerworkshops.
Als één ding onze wens is, dan is dat wel dat jongeren uit Generatie Z stevig, positief-kritisch en gericht op Gods bedoeling met hen in het leven leren te staan.