Het geloof doorgeven aan Gen Z

artikel
tekst: Anne van Olst

Het is de roeping van elke generatie: het geloof doorgeven aan de volgende. Elke generatie is weer anders. De aloude boodschap van het Evangelie wordt doorgegeven aan een nieuwe generatie, in een nieuwe tijd. Dat brengt uitdagingen met zich mee. Zeker in deze tijd, in dit deel van de wereld, waar secularisatie zich doorzet en kerken leger worden. Haakt de volgende generatie aan of af?

5 minuten leestijd

onderzoek

Er werd een wereldwijd onderzoek gedaan in opdracht van World Vision, Alpha International en Biblica onder 26.000 tieners. Aan hen werd gevraagd hoe ze naar Jezus kijken, naar de Bijbel en naar gerechtigheid. Uit het onderzoek kwam de conclusie dat de nieuwe generatie zichzelf ziet als open en inclusief. Jongeren zijn over het algemeen, met alle verschillen die er zijn, op zoek naar waarheid, authenticiteit (echtheid) en verandering. Jongeren zijn geraakt door onrecht in de wereld. Dat leeft breed onder jongeren. Maar, zo toonde het onderzoek aan, slechts 5% is ervan overtuigd dat zij verschil kunnen maken door op te staan voor gerechtigheid.

Dit is een belangrijke en voor mij ook herken­bare uitkomst. Jongeren beseffen goed hoeveel problemen er in de wereld zijn. Ze groeien op in een tijd van crisis op crisis: klimaatcrisis, huizencrisis, oorlogscrisis, migratiecrisis… Ik wil niet zeggen dat het vroeger beter was, maar ik denk wel dat we in mijn jeugd gemakkelijker konden dromen over hoe alles beter zou worden. De nieuwe generatie heeft het besef: het wordt niet beter. De uitdagingen en problemen groeien. Wat kunnen wij eraan doen? Enerzijds zie je jongeren opstaan, zoals bij de klimaatdemonstraties, anderzijds leeft er een gevoel van gelatenheid: ‘wat kunnen wij eraan doen? De problemen zijn te groot.’ Overmacht geeft een apathisch gevoel, een gevoel van gelatenheid. Je wilt wegkijken en tegelijk voel je de druk.

Brief

Naar aanleiding van dit onderzoek schreven jongeren een brief aan alle kerken, in het bijzonder aan voorgangers, dominees en kerk­leiders. Het is een wake up-call. Er moet iets gebeuren! In Nederland is nog maar 6% van de jongeren overtuigd christen. Dat is weinig tegenover de 21% wereldwijd. Daarom willen de jongeren een gezamenlijke noodkreet laten horen. De brief van de jongeren aan de kerken is te lezen bij EO-Beam.

Ik doe een greep uit de brief: ‘Wij vinden verschillen tussen christenen en kerken geen probleem. Wij maken ons zorgen. We verliezen de hoop dat de kerk ons kan helpen. Er zijn zo weinig jonge mensen die geloven. We kunnen het niet alleen. We hebben jullie hulp nodig. Laat de kerk een plek voor jongeren zijn. We verlangen naar preken en verhalen die ons leren hoe het in de praktijk werkt om Jezus te volgen. Wij horen vaak preken die niet over ons leven gaan.’

Ze hebben een punt, toch?! De urgentie van hun brief maak ik wel mee. Ik houd zelf ook van preken, en hun opmerking dat veel preken niet over hun leven gaan, raakt me. Jongeren zeggen: ‘We zien veel mensen in de kerk, maar leven ze echt met God? We horen preken, maar hoe werkt het geloof dan in ons leven? Waarom horen we daar zo weinig over?’ Jongeren hebben het volste recht hier de vinger bij te leggen. Zij hebben de urgentie aan hun kant. De geloofsoverdracht naar volgende generaties staat onder druk. Hoe spelen kerken daarop in? De jongeren zeggen: ‘we hebben jullie nodig’, en wij mogen hen niet in de kou laten staan.

Gen Z

De nieuwe generatie waar we het over hebben, is generatie Z, kortweg: GenZ. Het gaat om jongeren die geboren zijn tussen ongeveer 1997 en 2012. Over de precieze jaartallen kan natuurlijk gediscussieerd worden. Kenmerkend voor deze nieuwe generatie is dat ze digital natives zijn. Ze hebben geen offline leven gekend, zoals de generaties daarvoor wel. GenZ heeft daardoor vaak meer feeling met leeftijdsgenoten aan de andere kant van de oceaan dan met de oudere generatie in hun straat. Het is de generatie van mobiele telefoons en sociale media. Die zijn zeer bepalend voor hun leven.

Cultuur

Onze jongeren groeien op met hun leeftijds­genoten als GenZ. Ze doen dat in onze geseculariseerde cultuur met veel ‘ikkigheid’ (zoals Dirk de Wachter het mooi zegt). Maakbaarheid is een belangrijk woord in onze cultuur. Jij moet het doen, je moet je leven tot een succes maken. Er is in onze cultuur geen perspectief meer op een leven na dit leven en dat legt grote druk op dit leven: alles moet hier gerealiseerd worden. En hoe maak je dan de juiste keuzes, want er hangt zo veel van af?

“We verlangen naar preken en verhalen die ons leren hoe het in de praktijk werkt om Jezus te volgen”

In de praktijk zien we bij jongeren ‘ver-veel-ing’, zoals de Vlaamse huisarts De Smedt zegt. Er zijn zo veel prikkels, zo veel dingen vragen de aandacht. Jongeren lijden aan infobesitas, een overmaat aan informatie. Dit leidt tot aandachtsverlies en concentratieverlies. We hebben oog voor hygiëne, maar mentale hygiëne wordt gemakkelijk vergeten. Gevolg is stress onder jongeren. De druk om goede keuzes te maken omdat het wel in dit leven moet gebeuren, is groot. Het geeft jongeren ‘kies-pijn’: hoe kan ik goede keuzes maken, terwijl ik mijzelf nog onvoldoende ken en niet goed weet wat ik wil?

Natuurlijk doe ik met deze typering de jongeren niet geheel recht. Maar het zijn wel dingen die we telkens opnieuw onder veel jongeren waarnemen. Het hoort blijkbaar bij de digitale generatie, generatie Z (lees: Zoom).

Wij

Wat kunnen wij doen, als ouders, docenten, jeugdwerkers, voorgangers, etc.? Ik denk aan vijf dingen, zonder volledig te zijn:

1. Bid voor onze jongeren

Dit noem ik niet omdat het natuurlijk genoemd moet worden. Het is het allermeest nodig. We bidden elke dag voor de jongeren. God is Hoorder van het gebed. Het gebed verandert ook iets in ons eigen leven. Het activeert een houding van aandacht en betrokkenheid.

2. Wees een voorbeeld

Jongeren verlangen dit van ons, en terecht. Het gaat mij aan het hart als ik van jongeren hoor: ‘Ik wilde dat ik met mijn ouders echt zou kunnen praten.’ Wij vragen aan jongeren: ‘Ken jij mensen van wie je zegt: ja dat is echt een christen die leeft uit zijn of haar geloof?’ Soms blijft het dan stil, en dat is erg. We moeten als ‘oudere’ generatie niet alleen praten over het geloof, maar het ook laten zien: in het leven van elke dag, in hoe we leven, met onze tijd omgaan, in onze relaties staan, omgaan met lastige situaties zoals conflicten, in hoe we zaken doen, etc.

3. Geef het Evangelie door

Het aloude Evangelie van alle tijden. Jongeren hebben geen nieuw Evangelie nodig, wel de oude boodschap die opnieuw doorgegeven wordt, klinkt in deze tijd en raakt aan de belevingswereld van de jongeren van nu.

4. Wees uitnodigend open

Ga echt in gesprek met jongeren. Stel vragen, vraag door. Laat zien dat je in hen geïnteresseerd bent. Jongeren kunnen gesprekken soms afweren, maar geef niet op: ze voelen haarfijn aan of er echte openheid is voor hun gedachten en vragen.

5. Geef ruimte aan geloofsvragen en twijfel

Jongeren kunnen het gevoel hebben dat ze alleen staan met hun vragen en twijfel. In de kerk lijkt iedereen zonder vragen te geloven. Maar het is heel normaal om vragen en twijfels te hebben. Om die bespreekbaar te maken, is het nodig dat we onder elkaar niet de schijn ophouden dat geloven het einde van alle grote vragen is. Hoeveel begrip hebben wij voor geloofsvragen en twijfel bij jongeren? Durven we onze eigen vragen en twijfels te benoemen?

Ik ben dankbaar voor wat wij op de EH onder jongeren zien gebeuren. Veel jongeren zoeken naar echtheid. Als ze hun weg met God vinden, staan ze op om het geloof op hun beurt ook weer door te geven. Het geeft mij hoop voor de volgende generaties.